zaterdag 23 juni 2012

Kinderliedjes tijdens de koers

Vanaf het eerste moment dat ik me ervan bewust ben, merk ik altijd muziek in mijn hoofd te horen. Er is altijd een melodietje, een aantal maten van een stuk, klassiek of pop dat ik hoor. Zo ook op de fiets en dan is het nog sterker aanwezig door de cadans en concentratie. En zo ook vandaag tijdens mijn zuid-westrit die in het teken stond van windkracht zes. Betekende gelukkig wel mooi weer dus kon ik eindelijk weer eens in korte broek en dito mouwen. Met name bij tegenwind blijkt de muziek prominenter dan prominent aanwezig. Vaak is de muziek actueel. Nu ook. De stukken waarmee ik bezig ben op de muziekschool. Dus Brahms eerste Intermezzo Opus 118, een solostuk en 'de' Czardas (beide stukken na te kijken op YouTube) die ik met een ensemble (met twee violisten en een contrabassiste; drie strijkers dus en mijzelf aan/achter de vleugel) aan het instuderen ben vanwege een paar uitvoeringen begin juli. In beide gevallen snelle en levendige stukken. Dus dat gaat prima zo op de fiets. Er is alleen één kink in de kabel. Ik heb een kind, een driejarig dochtertje dat ook geweldig veel van muziek houdt. Ze danst vaak mee als ik aan het klavier zit te spelen. Maar ze houdt er ook een curieuze muzieksmaak op na die vaker bij kinderen lijkt voor te komen: kinderliedjes. Ik weet niet of iedereen die kent. Maar er is er één de mij de laatste tijd teistert. En dan vooral als ik op een moeilijk punt ben aangekomen tijdens de koers. Buiten adem, hoge hartslag, pijn in de benen en de bips. Ik merk dat de volwassen stukken verdwijnen en worden ingewisseld door zo'n kinderliedje. Het heet 'De wielen van de bus gaan rond en rond'. Bizarre titel voor een lied maar tegelijk ook de belangrijkste regel ervan. Elke keer als ik probeer de andere stukken naar voor te halen merk ik dat ik binnen de kortste keren weer ben aanbeland in die bus. Er is wat ik ook probeer niet van los te komen, gelijk een hallucinatie. En tot overmaat van ramp is het in een marstempo, dus een tweekwartsmaat; we tellen twee slagen in een maat: 1, 2, 1, 2 etc. Dat beukt dus echt in het hoofd. Bij elke pedaalomwenteling passeert een stukje van het liedje: "De wielen....van...de...bus... etc etc". Mijn hemel ik merk mijn cadans er bij aan te passen waardoor ik volledig uit het fietsritme raak. Tja een mars is een looptempo, geen fietstempo. Een half uur later heb ik na 23km wind tegen eindelijk wind mee. Dus de ketting op het grote mes. Heerlijk, nu echt tijd om te genieten. Ik zie een groen-gele Connexxionbus rijden en ik ben de wanhoop nabij. Het lied zit weer in mijn kop. Omdat ik nu een heerlijke cadans heb door de meewind, denk ik dat het me nu niet zo zal storen. Niets is minder waar. Ik merk dat ik de 'compositie' aan het ontleden ben en er vervolgens in gedachten een aantal variaties op bedenk. Van majeur naar mineur, een andere variatie met triolen in de begeleiding, een derde variatie met zestienden in een 'allegro molto'-tempo en uiteindelijk terug naar het origineel en tellend 1, 2, 1, 2, 1, 2, het houdt niet op. Als ik eindelijk thuis ben gekomen weet ik dat ik me kan bezighouden met andere dingen en dit soort liedjes verdwijnt naar de achtergrond. Eindelijk rust. Na het eten even lekker op de bank met loden pootjes. Ik zucht een paar keer lekker en denk aan Ard Schenk die ooit mijn rug heeft gekraakt, de beste man houdt praktijk in één van de onderkomens waar ik werk, en mij advies gaf over sporten nadat we daarover hadden gesproken. "Ga na het sporten een half uur liggen om je lichaam tot rust te laten komen.", aldus heer Schenk. Mooi advies dat ik probeer op te volgen, hoewel het er niet altijd van komt. Eén nadeel. Helemaal gedachtenvrij ben ik niet. En het zal verdomme niet waar zijn...1, 2, 1, 2, 1, 2, De Wie...




maandag 4 juni 2012

Een groot kind. Of de charme van het wielrennen.

Ik ongeveer 3 of 4 jaar
Van jongs af aan ben ik een fietser. Ik weet nog dat ik op een (zie foto) driewielertje reed. Daarna de eerste fiets waarop ik het echte fietsen leerde en al snel werden er 100-rondjeskoersen gereden om het ongeveer 50 meter lange perkrondje op het buurtpleintje. Het volbrengen van 'een prestatie' was daarmee geboren. Hiernaast moest het ook nog snel gaan. Dit ging alleen niet zonder af en toe een beste valpartij, tot littekens aan toe die ik draag tot op de huidige dag. Als ik fiets voel ik me nog steeds dat jongetje van vijf. Misschien laat het me daarom niet los. Voer voor psychologen...oeps!...dat ben ik zelf. Nou ja ik heb ook nooit gezegd dat ik een goeie was, alhoewel.


Voor mij is fietsen iets dat je bij uitstek alleen kunt doen. Alleen maar nooit eenzaam, bedenk ik me regelmatig op de fiets. Heerlijk is dat. Gedachten kunnen de vrije loop, piekeren en stress worden met lichamelijke inspanningen bij kop en kont gepakt. Wat dat aangaat zie ik overeenkomsten met Yoga, Mindfulness en meditatie. Fietsen vergt, ik bedoel dus wielrennen, een grote mate van 'stille concentratie'. Staren op de weg, rekening houdend met gaten, groeven en greppels. Maar ook allerlei onverlaten op de algemene weg. Dat maakt het alleen zijn nooit echt alleen.

Gevaren op de weg, daar kunnen wij renners zonder. Wat hebben we niet allemaal gezien: blaffende honden die achter je karretje komen aanrennen. Middelvingers uit opengedraaide autoraampjes. Brullende huisdierbezitters die het fietspad hebben gedoopt tot openbaar hondentoilet. Noem maar op. Dieptepunt was een gebeurtenis tijdens de Ronde van Noord-Holland waar een fietsen werd aangereden door een oververhitte automobilist. Groot tumult in het peloton. Wat waren we kwaad. Ik weet nog dat mijn lontje - daar is hij weer - begon te knetteren als een wilde en ik in staat was de beste man zijn Opel Corsa uit te trekken. Maar goed ik ben geen vechtersbaas dus zette ik de billen spoedig op het smalle, harde zadel.

Mooie dingen zien heeft gelukkig de bovenhand. Dit zijn vaak kleine dingen zoals afgelopen zaterdag. Toen ik, na afscheid te hebben genomen van de taaie maar aardige Volendamse collega-coureur, afgepeigerd het eigen tempo opzocht en daarbij een weiland voorbij reed. Daar stond een boer met een schoffeltje het onkruid te wieden. Ik keek hem aan in gedachte hoelang de beste man er over zou doen. Het was namelijk een lel van een stuk land. De boer keek mij aan en stak begroetend zijn arm op. Dat gaf een mooi gevoel. Aardig die boer, dacht ik. Maar ook gelijkenissen. Een groot land bewerken met klein gereedschap. Ik een behoorlijke afstand afleggen, eveneens met een qua vervoersmiddel klein gereedschap: de Madone.

De rondjes zijn in de jaren groter geworden, maar het gevoel is gelijk. Bijkomend aspect vergeleken met vroeger is 'het jezelf tegenkomen'. Daar kom ik op terug in een volgende blog.



Zaterdag 2 juni 2012.

Het is ook mij bekend dat duursporten stressverminderend zijn. Dat is niet de reden waarom ik zo gek ben van het zelf beoefenen van de wielersport, maar wel een heel mooie bijkomstigheid. Toch gaat de vlieger niet altijd op. Zo was het vandaag. Met nog 23 km te gaan ontdekte ik een losse spaak en een slagje in het wiel. Dat betekent de achterrem open zetten tegen het aanlopen en met samengeknepen billen bij elke hobbel toch zo spoedig mogelijk naar huis. Vervolgens bijna thuis niet te worden opgemerkt door een automobiliste in een Citroen C1, waarbij de mij toekomende voorrang werd ontnomen. Dus deelde ik een oerkreet en klap met de vlakke hand (voorzien van Lord-of-the-Ringiaanse trouwring) uit op de achterklep, wat de dame in kwestie zeker en vast een extrasystole hartslag zal hebben opgeleverd. Toen een claxon van haar achterligger en mijn van nature toch al korte lont stond hevig in de fik. Ik beschouw mijzelf als (redelijk) nette renner die zich ook stoort aan helmloze, door rood rijdende, buiten de fietspaden begevende - want ik zit even in mijn snelle ronde die niet onderbroken mag worden - 'mede'-fietsers. Was er dan niets positief? Zeker wel. Na Medemblik werd ik vergezeld door een Volendamse renner die ik uitstekend kon volgen. Ik bedoel niet qua tempo, maar in de zin van taal. Ik reken Vôlludams, dankzij mijn werk, tot de door mij beheerste vreemde talen. Maar bovenal toch 71 km totaal te hebben afgelegd. Dat geeft, ondanks een flinke krampaanval in de linker hamstring toch een tevreden gevoel. Cheers!

Blogopening

Op aanraden van deze en gene ben ik gestart met een eigen blogsite. Voel me er in eerste instantie nog wat onwennig onder. Maar het is een goed idee Facebook niet te veel te laten volstromen met uitvoerige teksten. Kortom aan de slag maar dan.

Het eerste fietsbericht is mijn laatste Facebooktekst. Nieuwe blogs volgen na een volgende rit als de gebroeders Konijn mijn spaak hebben gerepareerd en het wiel weer is gericht.