vrijdag 21 september 2012

In de Nederlandse bergen.

Het is alweer enkele weken geleden en het Hollandse asfalt heeft inmiddels een nieuw laagje rubber van de Trek. Nederland is ook mooi. Dat hoor je wel eens en dat is in feite ook zo. Toch is het wel heel erg vlak in Nederland.

Het meenemen van de eigen racefiets op vakantie in Frankrijk was een heel goede keus. Maar dat was niet zo overduidelijk na de eerste dag. Op de climax van de korte hittegolf die heerste, kon ik het niet langer houden en ging op het heetst van de dag even de grenzen van mijn klimtechniek opzoeken. "Onverantwoord!", zei ik achteraf, in koor met mijn schoonmoeder. Wat een helse rit. De zon brandde op de onbedekte lichaamsleden en zweet gutste uit alle hoeken en gaten. Hijgend en puffend bovenaan komen en bij tijd en wijle enorm dizzy, wat me deed denken aan de eerst correct geïnhaleerde sigaret waarna ik stond te tollen op de poten. Maar goed dat ik nooit echt een enorme verslaving heb ontwikkeld en in januari 2005 daardoor eenvoudig kon stoppen. Het lekker van deze rit was wel dat ik bij thuiskomst stijf stond van de endorfine en niet kon stoppen met euforisch praten over dat het toch niet zo verstandig was te gaan onder deze omstandigheden. De mensen om me heen zullen me niet al te serieus hebben genomen, gezien het hoofdschudden van deze of gene.

Gelukkig waren de andere vier ritten stukken beter. Maar toch was er elke keer wel iets vreemds, of indrukwekkend. Zoals berg af. WE rijden met een helm op. Bij de afdeling zorgt dat voor een immens kabaal dat bovenop de snelheid nog meer indruk maakt. Toch maar even flink in de remmen. Autoverkeer raast om me heen. Fijn dat de Franse automobilisten rekening houden met fietsers. Toch gaat dat niet altijd goed. Ik zie op een van de D-wegen in de buurt een file aan beide kanten met een ruimte er tussenin. Als ik dichterbij kom zie ik eerst een verwrongen stuk aluminium van een Spezialized fiets. Dan zie ik haar liggen. Dame van in de zestig. Hoofd en helm in een ruime plas bloed. Ook de knie is stuk en nog een plasje bloed. Gelukkig zie ik een heldere oogopslag en ze spreekt met een paar te hulp geschoten automobilisten, waarbij ze heel stil blijft liggen alsof ze liggend onder een auto kijkt naar iets dat er onder gerold is. Mensen in de file in rep en roer; handen voor monden om zich heen kijken op zoek naar iets wat ze zelf niet weten. Een auto heeft de ramen geopend en meerdere Arabische heren steken de lange baarden uit het raam om te kijken wat er is gebeurd. Hoofdschuddend rijd ik verder, aangedaan. Door het medelijden met de vrouw, maar vooral om ik me realiseer hoe kwetsbaar je op de smalle bandjes bent.

Centraal Massief

De andere ritten zijn ronduit prachtig. Soms staat het kippenvel me op de naad omdat een kat recht voor mijn voorwiel stuift. Die komt juist uit een wijngaard en heeft nu net dit moment gekozen, terwijl geen mens in de wijde omgeving te ontdekken valt. Ondanks dit alles wordt het me steeds duidelijker dat klimmen, hoe zwaar ook, ronduit indrukwekkend is. 3%, 5%, 7%, 8%, 9%, 12%, 14%. Heerlijk is het. Vooral ook omdat ik in het Hollandse kijk naar snelheid, maar dat is hier totaal niet van belang. Rustig aan letten op de cadans en ademhaling en daarbij vooral het halen van de top, dat is meest belangrijk.

Laatste rit: Causses et Veyran - Bedarieux - St. Nazaire de Laderez

De laatste rit gaat van Causses et Veyran naar Bédarieux (hoogte punt van de rit) en terug via enkele bergplaatsjes met flinke klimmen als toetje. Ruim 65km in totaal. De top, die geen wereldse hoogte kent, halen is voor mij het bereiken van een heel mooie prestatie. Gedachten gaan uit naar het beklimmen van de Mt. Ventoux, nu ik heb ontdekt wat klimmen zo mooi maakt. Dan moet er wel een aantal kilo's van af en een gerichte training worden gevolgd. "Vinden WE dat erg dames en heren? Nee, dat vinden WE niet erg!" (vrij naar Mart WE Smeets).

Met dit doel is het fietsen in de Hollandse bergen een stuk aangenamer en helpt tegen de heimwee naar de afgelopen Franse ritten.