dinsdag 1 april 2014

Motorleslogboek 13

Motorlessen 18, 19, 20 en 21

Na een (te) lang intermezzo wordt het tijd de voortgang te beschrijven van mijn motorrijopleiding. De stappen in lessen 18 t/m 20 kenmerkten zich door een gespannen eerste helft, en een rustiger, meer ontspannen eind. Te veel met Zito en Richard bezig, te weinig met plannen, technisch motorrijden of mijzelf. Desondanks was er toch steeds goede progressie. Spiegelen, bochten, ruimtekussen vergroten. Het was er allemaal wel in toenemende mate.

Les 21, de laatste tot nu, was aanzienlijk anders. Er zijn wel vaker goede gesprekken met Ries (instructeur Richard, voor niet intimi). Vooral als ik mijn les niet deel met een medeleerling. Al pratend lukte het Ries ("ik mag Meneer Van der Meijden zeggen") er achter te komen wat nu precies het (en dat van vele andere leerlingen) pijnpunt is. Probleem is dat ik niet voor mezelf rijd. Ik ben teveel met Richard bezig. Wil hem laten zien dat ik het goed doe. En ja, straks ook voor de examinator. "Ik zeg: daar gaat het mis!", aldus Ries. Voor wie ik het doe, het motorrijden? Voor wie doe ik het straks? Ware vragen.

Dit bleek een eye-opener van jewelste. Goh, dan kun je als psycholoog toch met een kinderlijk gemak door de rij-instructeur even worden doorgelicht. Ik heb hem nooit onderschat. De man heeft er immers talent voor. Ries gaf enkele voorbeelden waarom mensen zijn gezakt in zijn praktijk. Een dame met auto-examen die goed keek, langzaam reed, maar net niet voor het stopbord echt stil stond. Dit zat haar zo dwars (met de gedachten aan het eventuele oordeel van de examinator) dat ze vervolgens bij de komende kruisingen niet meer oplette en meerdere fouten maakte. Toen de examinator haar de teleurstellende mededeling bracht, wist zij wat haar fout was... Niet dus. Dat stopbordfoutje was niet het euvel, wel het er niet meer bij zijn de rest van het examen en zij vervolgens fout na fout maakte. En zo noemde hij nog een paar vergelijkbare situaties. Moraal: niet bezig zijn met de instructeur en examinator. Rijd voor jezelf en let vooral op het andere verkeer. Van instructeur en examinator heb je niets te vrezen, die rijden je niet zomaar aan.

Dit had effect. Want Ries liet mij rijden. Geen instructie waarheen. Zelf koers bepalen terwijl hij niets door de intercom meldde. En zo ging het. De dijk af naar het eind van Schellinkhout. Deze plaats door richting Oosterblokker, Westfrisia, snelweg, turborotonde, stadje, terug op die helse rotonde en via snelweg naar Wognum. Daar opteerde ik voor een evaluatiemoment. Ik moest mezelf beoordelen. Er ging best veel goed: rust, controle, bochten, kijken, spiegelen, ruimtekussen. Eigenlijk allemaal lekker. Ries was het eens en liet dit zien met zijn kenmerkende knikkende en grijnzende gezicht.




Teruggekomen, terwijl ik evenmin een brede grijns onderdrukken kon, meldde Ries: "Dit is motorrijden". "Nu ben je dus niet aan het lessen." Wat een bemoedigende woorden. Zeer blij mee. Verder gaf hij aan eigenlijk niet zo veel te melden te hebben, behalve het feit dat dit een goed teken is. "Houd dit vast!", aldus Hr. Van der Meijden.

Niets meer om aan te werken? Zeker niet: in de stad toch iets meer afstand houden, letten op de dode hoek. De snelweg wat vlotter op. Oprijden met dezelfde snelheid als het doorgaande verkeer. Àls het kan.

Conclusie: zeer tevreden en voldaan.
Beleid: voortzetten en uitbreiden van de ingezette lijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten